Spiritualiteit is: hand in eigen boezem steken. Dóórgaan waar een ander zou stoppen. Je weerstand onder ogen zien en tóch aanpakken.
Wat ik vaak zie in mijn praktijk, is dat men “tot hier en niet verder” gaat. Zolang spiritualiteit wierookstokjes, mellow muziek en een beetje af en toe zazen is, prima. Maar, zodra er sh*it omhoog komt. Zodra er andere gevoelens omhoog komen dan lief en leuk. Zodra er pijn omhoog komt. Zodra er verdriet omhoog komt, dan, dan zegt men: “Dit is niks voor mij” en gaat men terug naar slaapmodus (totdat die gevoelens weer opduiken en weer onderdrukt worden, net zolang totdat men er zich wél aan over durft te geven).
Kijk, je hoeft van mij je sh*t niet onder ogen te zien, maar dan moet je ook niet zeuren dat een ander dit wél doet. Dat een ander wél vooruit gaat. Dat een ander wél groeit. Zolang je nog nooit één minuut, laat staan een uur of een dag, in de schoenen van die ander heb gestaan kun je absoluut onmogelijk inschatten en weten wat die ander voor werk verzet en verzet heeft om te komen waar ze nu is. Dus stop met vinger wijzen naar een ander. Stop met aannames maken over wie of wat dan ook. Kijk naar jezelf. Laat de ander. Doe je eigen werk. Wees verantwoordelijk voor hoe jouw leven is. Steek hand in eigen boezem. En gá ervoor. Dit kan al op een hele lichte en luchtige manier: wordt lid van de Spirituele Bibliotheek, zodat je op een rustige en veilig manier je Spirituele antennes kan laten groeien.
Spiritualiteit is ZIJN én DOEN.